Bakkerij Franssen Epen
'Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier'
Een stukje uit de geschiedenis van Bakkerij Franssen
In 1922 huurde Pierre Hubert Franssen een klein boeren bakhuisje en ging daar als zelfstandige aan de slag. Samen met zijn jongere broer Guillaume bakten en bezorgden zij producten bij de verworven klandizie. De eerste tijd gebeurde dit bezorgen met een broodmand op de schouders tot zij in staat waren een paard en wagen aan te schaffen.
​
In 1923 deed zich de gelegenheid voor een pand te huren waarin een oven stond in de kom van het dorp. Daar werd de bakkerij gevestigd met winkel en kruideniers waren. De foto is in 1923 gemaakt
tijdens het jubileumfeest van koningin Wilhelmina, waar de winkel te zien. In datzelfde jaar trouwde hij met Elisa Ubachs uit Epen.
​
In 1930 bouwden zij een nieuw pand aan de Wilhelminastraat. Een winkel-woonhuis met bakkerij werden gesticht en ook was er plaats voor enkele koeien, varkens, paarden en kippen. Een aangelegen weiland met boomgaard zorgde mede voor de ingrediënten voor bakkerij en gezin. In 1939 telde het gezin 10 kinderen. Tot en met de oorlogsjaren 1940-1945 werd er gebakken in een houtoven. Gevent werd niet alleen in Epen maar ook in de omliggende dorpen met paard en wagen.
​
Na de oorlogsjaren werd er in Delft een oude legerjeep omgebouwd tot bakkerswagen. Het ondernemerschap was met de paplepel ingegoten en zo begonnen ze enkele jaren na de oorlog naast het bakken van hun producten en de winkel, een pension erbij. De allereerste gasten waren de medewerkers van de omroep K.R.O. die nog verschillende jaren vaste gasten waren.
​
In 1963 werd het bedrijf overgenomen door twee van hun zonen, Etiëne en Pierre.
​
In dat jaar werd er een stuk aangebouwd en een nieuwe bakkerij vervaardigd. In de jaren erna werd er een lange tijd in ploegendiensten gewerkt, er waren toen 3 busjes met venters op de weg. Er werd dag en nacht gebakken om de busjes iedere dag weer volgeladen te laten vertrekken.
De jaren vlogen voorbij en het venten liep terug door de veranderingen op de markt. Van boerderijen werden kleine familiepensions gebouwd, ook werden hier en daar campings gesticht. Het toerisme bleef groeien en groeien en zo werd er steeds meer ingespeeld op de komst van het toerisme. De hotels werden groter en luxer en de campings namen een serieus aandeel in de komst van de toeristen.
​
In 1985 stopte Etiënne met het werken in de bakkerij en ging van zijn wel verdiende pensioen genieten, hij was de oudste. Zijn jongste broer Pierre ging verder met de vriend van zijn dochter, deze kwam uit Amsterdam en zij zijn in 1987 getrouwd.
​
In 1998 deed ook Pierre afstand van het bakken en kochten de huidige eigenaren (dochter, en schoonzoon) het bedrijf. Doordat de seizoenen van het toerisme steeds langer werden, hebben zij in de loop der jaren gezorgd voor een grotere opzet van het klantenbestand. Er werden grotere constante klanten binnen gehaald, zodat zij ook vaste dienstverbanden konden bieden aan hun medewerkers. Zo is het met hard werken en veel plezier gegroeid tot wat het nu is. Een mooi gezond, gecertificeerd bedrijf dat klaar is voor de toekomst en aan alle eisen kan voldoen.